Ik was géén prater…

Wat ik goed kon, was luisteren.
Luisteren naar anderen.
En dat deed ik.

Een prater was ik niet.
Wél was ik gek op verhalen!

***

Toen ik nog een klein meisje was, hadden wij een huisje in Friesland.
Het was een klein huisje, omgeven door weilanden,
koeien en een enkele boerderij.

Ik heb daar dierbare herinneringen liggen!

Overdag speelden we – weer of geen weer – bijna altijd buiten.
Met onze klompen en stoere overals aan, struinden we door het hoge gras.
We vingen kikkerdril uit de slootjes. Of we stonden met nieuwsgierige koppies…
(waarschijnlijk vreselijk in de weg) te kijken hoe de boer zijn koeien aan het melken was.

’s Avonds zaten we met frisgewassen haartjes en rode wangetjes, pyjamaatjes aan.
Heerlijk genesteld tussen een stel oude, kleurrijke kussens op de bank.
Met een beker warme melk (vers van de koe!) erbij.

En dán…
Dan ging mijn vader voorlezen!
Hele boeken heeft hij aan ons voorgelezen.
En daar ben ik hem zonder meer, oprecht dankbaar voor.

Want, sommige dingen blijven bij je.
Die neem je mee in je leven.
En dat geldt zeker…
voor verhalen!

***

Heerlijk.
Luisteren naar verhalen.
Maar een prater, dat was ik niet.

En tóch…

Tóch sta ik tegenwoordig mijn verhaal te doen!!

Waarom? Niet omdat ik zo graag op het podium wil.
Wel omdat ik een verhaal heb, een boodschap.

 

Elk kind (ieder mens) heeft z’n eigen verhaal.

Als juf – want dat ben ik jaren geweest – zag ik dat al.
Elk kind in mijn klas nam iets ánders mee.
Een ander verhaal.

Wat mij in het onderwijs tegen ging staan,
was dat op elk kind hetzélfde verhaal geprojecteerd werd…
Dat elk kind dezélfde lijn moest volgen, op weg naar dezélfde resultaten.

Zo zag ik, prachtige verhalen van heel veel kinderen verloren gaan…

De monden werden gesnoerd. En luisteren werd gehoorzamen.
Kinderen op school mochten niet hun eigen verhaal leven.
Mochten niet zijn, wie ze ten diepste waren. Zó triest.

Dus, ik móést wel opstaan. En praten gaan!

Opdat elk kind zijn eigen, unieke verhaal kan laten horen.
Kan laten zien wie hij/zij is. En kan geven wat hij/zij te geven heeft.
Zonder dat wij (volwassenen, opvoeders, onderwijzers…) een algemeen,
eenzijdig en vooral beperkend verhaal aan een kind opleggen.

Ik voel mij – meer dan ooit – een ‘Juf met een missie’.

En ook al ben ik nooit een prater geweest,
de kracht van verhalen heb ik ervaren.

En dus sta ik op.
Laat ik mijn stem horen.
Omdat ik een diepe, diepe wens heb:

Dat elk kind – zijn eigen verhaal – mag L E V E N !!!