Als kind kwamen wij veel in Friesland. We verbleven daar in een klein, schattig veenarbeidershuisje (‘schattig’ omdat het twee kleine raampjes onder het schuine dak had, waardoor het in mijn kinderlijke fantasie net een huis met een gezichtje was). Het lag tussen de weilanden, aan de rand van een klein, overzichtelijk dorpje. Er was een bakker (met vers suikerbrood!), een Vivo voor de dagelijkse boodschapjes en een soort ‘winkel van Sinkel’.
Die ‘winkel van Sinkel’ vond ik geweldig!
In de winkel was van álles te koop. Van schroeven en magneten, tot elastiekjes en vrolijke schrijfblokjes. Van pollepels en kop en schotels, tot klompen en overals. Echt! Iedere keer weer als we daar waren, keek ik mijn ogen uit… Elk plekje in de winkel was benut om de vele spulletjes uit te stallen; de vloer, de kasten, de wanden, zelfs het plafond… En elk gangpad in de winkel bracht weer nieuwe verrassingen met zich mee.
Grappig hoe intrigerend ik als kind die overvolle winkel vond. Hoe blij en vol bewondering ik rondkeek naar die duizend-en-één dingen. Als kind was die winkel écht een soort ‘Luilekkerland’ voor me. Ik kon blijven kijken. Blijven fantaseren. Heel soms mochten we wat kopen, dan liep ik -met stralende oogjes- wel tien keer de winkel rond (want ik wilde natuurlijk niets over het hoofd zien…).
Kinderen staan open voor alles om hen heen!
Zo’n winkel met duizend-en-één dingen, die stuk voor stuk de verbeelding prikkelen, is heel uitnodigend. (Behalve als er iemand staat die zegt: “Nergens aankomen, handjes op de rug!”) Een kind ziet overal iets in, bedenkt er iets bij en wil ermee aan de slag. Stel je voor wat een kind allemaal kan doen met magneetjes, elastiekjes, klosjes, kommetjes in allerlei maten, verf, schepjes, vergrootglazen…Daar wil je niet uit kiezen, dat wil je allemaal!
Wat ik zo heerlijk aan kinderen vind is die ‘open blik’ waarmee ze om zich heen kijken. Zeker in combinatie met hun rijke fantasie. Daar kan ik echt van genieten. Die creatieve onbevangenheid; álles is interessant, óveral zijn mogelijkheden, élk moment! Ze laten zich niet tegenhouden door wat is voorbedacht of door de vele etiketjes die wij als volwassenen overal opplakken. ‘Kartonnen verpakking is afval’…? Echt niet! Voor een kind kan dat van alles zijn; een verstopplek, een ruimteschip, een bedje voor de beer… verzin het maar. ‘Blokken zijn om mee te bouwen’…? Daar kan een kind véél meer mee. Die houdt rustig een blokje tegen zijn oor, alsof het een telefoon is. Of hij gooit ‘m in de pan en roept blij: ”Ik heb een hamburger gebakken!”
Mijn zomervakantie zit er bijna op. En ik kijk ernaar uit om weer aan de slag te gaan. Met de kinderen. En met al mijn collega’s. We zijn met prachtige dingen bezig! We volgen de ‘open blik’ en de ‘creatieve onbevangenheid’ van kinderen. We sluiten aan bij hun fantasie- en belevingswereld. En we dragen bij aan zowel plezier als brede ontwikkeling. Fantastisch toch?