Een kind denkt door te doen…
En dat vinden wij opvoeders soms best wel lastig…
Dan roepen we wanhopig: “Nu even niet! Zit toch ’s stil! Denk toch ’s na!”
Maar het leuke is: dat is precies de manier waarop een kind leert!
Een kind wil spelen, proberen, experimenteren…
Hij wil – met al zijn zintuigen – waarnemen wat er gebeurt.
Voor een kind is ’t leven één grote ontdekkingstocht vol actie en beweging.
Het grote avontuur dat ‘leren’ heet. Een kind wil daarin meedoen, participeren.
Ik herinner me Els Zuidema, mijn didactiek lerares op de opleiding.
Een fantastisch mens, zeer gedreven en bijzonder kindgericht.
Zij leerde ons wat een jong kind werkelijk nodig heeft.
Zij was het die ons altijd op ’t hart drukte:
Via het GRIJPEN komt pas het BE-GRIJPEN
Een voorbeeld:
Een jong kind zal de zogenaamde ‘hoedanigheids-begrippen’ gaan leren.
Dat zijn begrippen zoals hard-zacht, glad-ruw, licht-zwaar, grof-fijn.
Om dat te leren is ’t goed om te spelen met diverse materialen:
zand, water, takken, stenen, bladeren, mos… noem maar op.
Dus, ga naar buiten met je kind. Ga fijn samen spelen!
Er valt zoveel te leren, door te doen!
Ook om b.v. de ‘ruimtelijke begrippen’ te leren.
Dat zijn begrippen zoals onder-boven, voor-achter, hoog-laag.
Een kind leert deze o.a. door rennen, rollen, stoeien, klimmen, klauteren.
Spel en beweging zijn essentieel voor een opgroeiend kind!
Spelenderwijs ’t leven ontdekken.
Zo leert een kind denken.
Verbanden leggen.
Begrijpen.
Via het grijpen komt pas het begrijpen!
Hoe mooi zal het zijn, als wij kinderen dáár ruimte voor bieden?
Ruimte om te mogen doen, te experimenteren en zélf te mogen ervaren.
Zo kunnen kinderen de wereld om zich heen gaan ontdekken;
leren hoe dingen werken, hoe ’t leven in elkaar steekt.
Dat is groeien. Dat is ontwikkelen.
En dat gun ik elk kind!