Moeder- en vaderrol in de opvoeding

In deze tijd, waarin we steeds vaker bijzonder samengestelde gezinnen tegenkomen, is het waardevol om te kijken naar de rol die moeder, dan wel vader heeft in een gezin. Want heb je er weleens over nagedacht wat de impact hiervan is op een opgroeiend kind?

– In hoeverre heeft een kind een moeder én een vader nodig als rolmodel?
– Is zowel vrouwelijk- als mannelijk voorbeeldgedrag nodig voor de ontwikkeling?
– En als een kind dat nodig heeft, hoe gaat dat dan in ánders samengestelde gezinnen?

Onlangs kreeg ik een vraag over ‘voorbeeldgedrag’ in de opvoeding. Er ontstond een mooi gesprek. Over hoe het vroeger was, over wat onze eigen ouders deden en over wat ouders in het algemeen – met hun gedrag, hun acties en reacties – eigenlijk allemaal meegeven aan opgroeiende kinderen…
Deze uitwisseling was zo bijzonder, dat ik dit onderwerp graag bij de kop pak, om een mooi artikel over te schrijven.

 

Hoe ging het vroeger bij jou?

Allereerst een paar vragen, ter overdenking.
(Voor zover ze op jou van toepassing zijn natuurlijk)

– Wie zijn voor jou ‘rolmodellen’ in je jeugd geweest?
– Was de rol van je moeder heel ánders dan die van je vader?
– Was er sprake van specifiek vrouwelijk- dan wel mannelijk gedrag?

De rol en het gedrag van je ouders zijn dingen die je meeneemt in je ontwikkeling. Wat jij gezien en ervaren hebt, is als een ‘voorbeeld’ geweest. Ongeacht of het leuk of minder-leuk was. Een voorbeeld hoeft namelijk niet altijd een fijn voorbeeld te zijn. Je neemt het sowieso met je mee. En… het is waarschijnlijk ook van invloed op hoe je nu in het leven staat, hoe je dingen beleeft en hoe je op dingen reageert. Dat maakt het thema ‘voorbeeldgedrag’ zo boeiend. En belangrijk om naar te kijken.

 

De ontwikkeling 0-7 jaar

De eerste jaren in de ontwikkeling wordt een kind ‘gedragen en gevoed’ door de moeder. Van oudsher is het zo, dat de moeder de zorg op zich nam en de kinderen ‘onder haar rokke’ hield. Denk aan de tijd van de ‘jagers en verzamelaars’, waarin vrouwen en kinderen in ‘het kamp’ bleven, terwijl de mannen op jacht gingen. Uit die tijd stamt de klassieke rolverdeling van ‘vrouwen thuis’ en ‘mannen naar het werk’.

Nog even los van een mogelijke rolverdeling (moeder-vaderrol), valt het me op dat wij tegenwoordig soms zomaar vergeten hoe belangrijk die eerste jaren zijn. In deze eerste zeven jaar wordt namelijk de sociaal-emotionele basis gelegd, de basis voor het verdere groei- en ontwikkelingsproces. En voor het latere functioneren. Veel problemen waar mensen op latere leeftijd mee stoeien, hebben een link naar die eerste jaren. Belangrijk genoeg dus, om aandacht te besteden aan die eerste zeven jaar in de ontwikkeling van een kind. Want, voorkomen is nog altijd beter dan genezen!

In het B-tree groeimodel dat ik – speciaal voor ouders en opvoeders – heb ontwikkeld, gebruik ik een boom als metafoor voor het groeiproces van kinderen. De boom laat namelijk prachtig zien, hoe een groeiproces in zijn werk gaat. De wortels van de boom staan symbool voor de eerste zeven jaar; voor de Basis.

 

 

Wat je als ouder kunt doen in deze belangrijke fase van de ontwikkeling: ‘knuffelen en keutelen’

Fysiek contact is in deze eerste periode essentieel. Een kind is zo’n negen maanden gedragen in de buik van de moeder, dus je kunt je waarschijnlijk wel voorstellen wat een enorme overgang het voor een kind is, als hij na de geboorte opeens ‘plompverloren’ in een groot ledikant wordt gelegd…? En ik snap heel goed dat niet iedereen het praktisch of prettig vindt om zijn kindje in een draagdoek of een speciale buikdrager bij zich te nemen. Toch is het voor het kindje bijzonder fijn om – zeker in het begin – dicht bij de moeder te zijn en het fysieke contact te voelen. Veel dragen, veel knuffelen, veel affectieve aandacht. Dat bevordert het hechtingsproces.

Wanneer een kind wat groter wordt (peuter, kleuter), worden de ‘sociale interacties’ ook op een andere wijze voortgezet. Een kind wordt mobieler en begint waarschijnlijk al lekker te brabbelen, te babbelen. Dat biedt nieuwe interactiemogelijkheden. Zorg dat je als ouder elke dag momenten pakt waarop je écht in contact bent met je kind. Geen dubbele agenda, geen mobieltje erbij… gewoon honderd procent aandacht. Samen een konijntje aaien op de kinderboerderij, samen theedrinken uit het poppenservies, samen een tent bouwen van oude kleden… en vooral; samen lekker ‘keutelen’. Kletsen over wat er is, wat je ziet, wat je doet, wat je voelt. Zingen, dansen, stoeien, lachen en samen rollebollen… het mag allemaal!

 

De ontwikkeling 7-14 jaar

De tweede belangrijke periode in het leven van een kind, begint zo rond de zevende verjaardag. Na de eerste jaren waarin de basis is gelegd, komt nu de periode dat een kind ‘naar buiten’ zal gaan, ‘de wereld in’. En wel ‘aan de hand van vader’.
Van oudsher is het de rol van de vader om een kind mee te nemen en hem (veilig aan zijn hand) de wereld te laten zien. Als we weer even kijken naar de tijd van de ‘jagers en verzamelaars’ dan zien we dat ‘de grotere jongens’ niet meer bij de vrouwen in het kamp bleven, maar dat ze mee mochten op jacht. Om te leren jagen, om voor voedsel te zorgen. De grotere meiden bleven in het kamp en hielpen bij de zorgtaken. En zie hier… de klassieke rolverdeling was een feit. De jongens gingen stoer op pad, de meiden hielpen bij het ‘huishoudelijk werk’. Het vaderlijke- en het moederlijke rolmodel stamt reeds uit een ver verleden.

Deze tweede periode is dus gericht op het leren van de dingen die nodig zijn. Leren hoe dingen werken, wat veilig is en waar je voor moet oppassen. Een belangrijke periode ook, die vooral in het teken staat van ‘actie’. Van doen, ontdekken en leren. Van kennis en vaardigheden.
Je snapt dat dit alles uiteraard soepeler zal verlopen als er een veilige, stabiele basis is gelegd in de voorgaande jaren. Want met name in die eerste jaren, wordt het (zelf)vertrouwen van een kind opgebouwd. Als een kind zich die jaren gezien, gehoord en gewaardeerd voelt… dan groeit het vertrouwen binnenin hem. En een kind dat vertrouwen voelt, durft veel makkelijker nieuwe dingen te doen, nieuwe stappen in zijn ontwikkeling te zetten!

Als we naar de boom uit het B-tree model kijken, zien we de wortels verborgen in de grond, veilig beschermd door moeder aarde. Een mooie vergelijking met het beeld van kleine kinderen ‘onder moeders rokke’. Er zal, vanuit de geborgenheid van moeder aarde, een groeibeweging volgen. Een groeibeweging die als het ware ‘naar buiten’ gericht is. Een kind komt onder de veilige ‘rokke’ vandaan. En de stam van de boom wordt zichtbaar.

In het B-tree model staat de stam van de boom symbool voor de tweede periode van zeven jaar; de groei-Beweging die gemaakt mag worden.

 

 

Wat je als ouder kunt doen in deze fase van de ontwikkeling zou je kunnen vergelijken met een soort ‘padvinder-schap’

Het woord padvinder-schap vind ik mooi. Je kunt het heel letterlijk nemen. Een kind leert in deze jaren steeds meer zijn eigen pad te vinden. Het leert wat nodig is om zijn pad te gaan. Om het leven te leven. Het liefst op een manier die past bij wie het kind (diep vanbinnen) is. Een padvinder wordt ook wel ‘verkenner’ genoemd. Daar zit het woordje ‘kennen’ in. Leren kennen wat er ver en verder om hem heen allemaal is. Een kind zal dingen moeten leren, weten en eigen maken. In deze fase ligt het accent dus op kennis en vaardigheden.

In het gesprek dat ik onlangs hierover had, kwamen vooral bij deze tweede fase prachtige herinneringen boven. Herinneringen die inderdaad op de oude, traditionele moeder-vader rolverdeling gestoeld bleken te zijn… Ik zal er een paar noemen ter inspiratie.
Je kunt bij deze fase denken aan een moeder die met haar kind verkleedkleren maakt, een feestje viert of een eigen moestuintje aanlegt. Die samen de plantjes water geeft en met blije verwondering elke fase in het groeiproces toejuicht. Of een moeder die weet hoe je de keuken naar verse koekjes laat ruiken… die haar kind het deeg laat kneden, waarbij het helemaal niet erg is als het kind onder het meel komt te zitten.
Of een vader die samen met zijn kind een stok uit het bos versiert met een zakmes. Een vader die zijn kind na een storm meeneemt naar het strand, om samen te gaan jutten. Of die zijn kind leert hoe een kompas precies werkt, die nachtwandelingen maakt en zijn kind dan vraagt of hij zelf de weg terug kan vinden. En ook mooi, een vader die mythologische verhalen vertelt bij de sterren aan de hemel… Ik word er direct enthousiast van!

Het zijn allemaal dingen die een kind meeneemt in zijn leven. Dingen waar een kind van groeit. Op het meest basale niveau dragen deze ervaringen bij aan ‘kennis en vaardigheden’. Maar op een laagje dieper, leert een kind handen en voeten geven aan dat wat hij te doen heeft in het leven. Dat waarvoor hij geboren is. Zaken als ‘richting kiezen’, ‘focus hebben’ en ‘keuzes maken’ horen daarbij. Het gaat echt om ‘padvinder-schap’. Een kind leert ‘zijn eigen pad volgen’. En dat is zo mooi. Zo essentieel. En zo nodig voor de fase die daarna weer voor de deur staat.

 

De ontwikkeling 14-21 jaar

In de zeven jaar die dan volgen, zal een kind de beide voorgaande periodes steeds verder integreren en zijn eigen stuk daaraan toevoegen. Dat zijn de jaren waarin de eigen identiteit een belangrijke rol speelt. Het al-dan-niet stoeien met de puberteit… En ja, dat is deels afhankelijk van wat een kind daarvoor (in de eerste en tweede ontwikkelingsfase) heeft meegekregen.

In het B-tree model is dit de kroon van de boom. De laatste fase in het groeiproces van een kind. De kroon staat symbool voor: de Bestemming. Dat waar een kind naartoe groeit. Je zou kunnen zeggen; de (jong)volwassenheid. En wat mij betreft is het vooral; het naar buiten brengen, het uitdragen van ‘de unieke eigenheid’. Het laten zien en laten zijn van wat er in de kern aanwezig is. Voor een appelboom zijn dat de appels, voor een notenboom zijn dat de noten. Iedere boom heeft zijn eigen, unieke kroon. Net als elk kind!

 

 

En daarmee is het plaatje van de boom compleet. Wortels, stam en kroon. De boom laat hiermee het gehele proces van ‘funderen – leren – floreren’ zien.

Wanneer een kind 21 jaar wordt, is het officieel volwassen. Het heeft de eerste drie fasen van het ontwikkelingsproces volledig doorlopen. Nu kan een kind (met alles wat hij van zijn moeder, zijn vader en zichzelf heeft meegekregen) in principe op eigen benen verder.
Natuurlijk is de ontwikkeling met 21 jaar niet klaar; het groeiproces gaat gewoon door. Ons leven lang.

 

Onderscheid moeder- en vaderrol

Goed, na het kijken naar de drie belangrijkste fases in de ontwikkeling van een kind, wil ik even terug naar het begin; de moeder- en de vaderrol in het proces van opgroeien.
Ik heb de ‘moeder’ en de ‘vader’ natuurlijk vrij expliciet en ook echt lós van elkaar genoemd in bovenstaande fases van ontwikkeling. De eerste zeven jaar schittert moeder in de ‘hoofdrol’… de zeven jaar daarna neemt vader het stokje als het ware over. Zo waren de rollen van oudsher verdeeld.

Is dit onderscheid nog wel van deze tijd?

Inderdaad, is dit niet een super ouderwetse gedachte? Waarom schrijf ik hier überhaupt over? Wil ik dit onderscheid dan ook verbinden aan het opvoeden in deze tijd? Want laten we eerlijk zijn, we leven in een tijd waarin beide ouders veelal werken, zorgtaken delen en gezamenlijk de verantwoording voor de opvoeding op zich nemen. Ja toch?!
En toch… schrijf ik dit artikel met een bedoeling. Met een boodschap.

En waarschijnlijk triggert het onderwerp jou ook… anders was je allang afgehaakt en had je niet tot hier doorgelezen. Misschien wil je weten wat de rol van jouw eigen ouders is geweest in jouw ontwikkeling? Of wil je weten wat jij specifiek kunt bijdragen aan de ontwikkeling van jouw kind(eren)? Ook kan het zijn dat je wilt weten hoe dingen op diep niveau doorwerken? Of hoe een zekere ‘accentverschuiving’ tot een totaal ander ontwikkelings-pad kan leiden? Want ja, dat ligt er allemaal onder verborgen…

Om te begrijpen wat de rol van beide ouders is, hoe dingen doorwerken en waar het accent zou moeten liggen, neem ik je eerst even mee in het groeiproces in zijn algemeenheid.

 

Groeien is een natuurlijk proces

Groeien is iets natuurlijks. Kijk maar naar buiten, naar de bomen en de planten. Ze groeien in principe vanzelf. Zonder dat er iemand tegen de planten zegt wat ze precies moeten doen. Het gebeurt gewoon. Daarom ben ik ook zo dol op de metafoor van de boom!

Wel zijn er dingen-van-buitenaf die invloed kunnen hebben op het groeiproces. In de natuur zijn dat bijvoorbeeld stormen, extreme droogte, bosbranden of bijvoorbeeld de mens die zijn kettingzaag ergens in zet… Gelukkig heeft de natuur het vermogen om stormen, droogte en veel invloeden van buitenaf te trotseren, en daarna gewoon weer verder te groeien.
Bij kinderen is dat (voor een belangrijk deel) ook zo. Ze groeien op, ook bij eventueel mindere omstandigheden.

Groeien zit in onze natuur!

Ook al is groeien een natuurlijk proces, het heeft zeker zin om naar die ‘dingen-van-buitenaf’ te kijken met elkaar. Want ze spelen een rol, ze zijn van invloed op het geheel. En zo is het ook met de rol van de vader en de moeder. Vroeger. En nu.
De rol van de beide ouders is in de loop der jaren veranderd. Sterk veranderd zelfs. En daarmee ook de invloed op de ontwikkeling van een kind. Zonder het meteen de stempels ‘goed’ of ‘fout’ te geven. Want daar hou ik niet zo van. Ik kijk liever naar hóé het werkt, hoe het óók kan werken, of hoe het nóg beter kan werken. Dat vind ik prettiger. En effectiever.

Oké, hoe zit het dan precies? En is er een onderscheid tussen moeder en vader? Is er zoiets zoals ‘moederlijk rolmodel’ en ‘vaderlijk rolmodel’? Leert een kind van beide personen iets ánders in het leven?

Mijn antwoord op al deze vragen luidt: JA!

Er ís verschil. Absoluut. De energie van een vrouw is echt anders dan die van een man. Hoe stoer een vrouw, of hoe zachtaardig een man ook kan zijn… er is onderscheid in de mannelijke- en de vrouwelijke energie. En die is voelbaar. En van invloed. Absoluut!

Dat verschil mag er gewoon zijn. Moet er misschien wel zijn. Want een kind leert wat mij betreft van beide ouders andere dingen. En dat is helemaal oké.
Ik heb in mijn werk genoeg ouders ontmoet, die het niet eens waren met elkaars gedrag… Moeders die klaagden dat hun man zo bot en kort door de bocht naar de kinderen was. Of vaders die er juist moeite mee hadden dat hun vrouw zo ‘zoetsappig’ deed. Moeders die het ‘harde’ gedrag van hun man naar het kind toe probeerden te verzachten. Of vaders die genoeg van dat softe gedoe hadden en soms hun geduld verloren. Misschien herken je dit soort situaties?

Mannen en vrouwen zijn verschillend. Hebben een eigen energie. (Sterker nog, elk mens heeft zijn eigen energie!) En het is goed, die verschillen. Het is goed dat ze er zijn. Het is ook nodig voor de ontwikkeling van een kind. Dus nee, je hoeft het vrouwelijk- en het mannelijk rolmodel niet letterlijk te nemen… Een kind hoeft niet eerst zeven jaar ‘veilig onder moeders rokke’ en daarna zeven jaar ‘aan vaders hand de wereld in’. Want zeg nou zelf, hoe heerlijk is het om juist sámen de zorg voor je kind(eren) te dragen. Om sámen te genieten van dat hele kleine wondertje in je armen. En om sámen getuigen te zijn van het hele groeiproces!
En dat betekent dat vader gewoon de luier mag verschonen (waarom niet?), een hapje mag geven of een slaapliedje mag zingen. Dat is prima. En ook moeder mag een vuurtje stoken, een vlot bouwen of samen de band van de fiets plakken. En ik ben ervan overtuigd dat ook bij twee vaders of twee moeders in één gezin, dit zijn weg wel zal vinden.

Wie het ook doet, zolang het met liefde wordt gedaan, komt het wel goed

Tijden veranderen. De mens en zijn ontwikkeling daarmee ook. Er is tegenwoordig een grote diversiteit in gezinsvormen. Ook dat is een ontwikkeling. En het is goed om te kijken wat zoiets doet. Bijvoorbeeld voor de opvoeding. Voor de ontwikkeling van een kind.

Wat ik héél belangrijk vind in de ontwikkeling van kinderen, is dat er echt éérst aandacht voor de basis is. Eerst (en alleen) de focus op de sociaal-emotionele ontwikkeling. Dat is het fundament. En echt, hoe steviger en stabieler jij als ouder dat fundament voor je kind weet te leggen, hoe makkelijker en soepeler de gehele ontwikkeling daarop kan volgen!

Dus éérst ‘knuffelen en keutelen’ en dan pas het ‘padvinderschap’

 

 

Misschien heeft dit artikel iets in je aangeraakt, mogelijk heb je vragen of aanvullingen? Ik zou het echt super vinden als je die met me wilt delen. Ik ben altijd in voor een uitwisseling over onderwerpen die met groei en ontwikkeling van kinderen te maken hebben. Dus, wil je reageren, heb je vragen of wil je gewoon méér van dit… neem contact op. Ik hoor je graag!

Judith van Gent
Eigenwaardig opvoeden met het B-tree model
judith@saltacoaching.nl of 06-10652254